Wetswijzigingen 2021

Een uitdaging voor gemeenten; preventie, vroegsignalering & inwoners met schulden effectiever helpen

Wat komt er in het nieuwe jaar op gemeenten af op het gebied van preventie, vroegsignalering en effectieve hulp voor inwoners met schulden?

 

Financieel ontzorgen in het nieuwe inburgeringsstelsel

Het nieuwe inburgeringsstelsel wordt per 1 juli 2021 ingevoerd. Eén van de nieuwe taken voor de gemeente is het financieel ontzorgen van bijstandsgerechtigde asielstatushouder, zodat het inburgeringstraject zo effectief mogelijk verloopt.

 

Adviesrecht bij schuldenbewind

Het aantal mensen dat door schulden onder bewind staat is de afgelopen jaren fors gestegen. Gemeenten vergoeden aan een deel van deze groep de kosten voor de onderbewindstelling, maar hebben de inwoners waarbij sprake is van problematische schulden niet altijd in beeld. De inwerkingtreding van het adviesrecht gemeenten bij schuldenbewind geeft gemeenten de mogelijkheid om meer sturing te geven. Hierdoor kunnen gemeenten de regierol bij schuldhulpverlening beter vervullen. Het uiteindelijke doel is dat inwoners met problematische schulden de hulp krijgen die het best is toegespitst op hun situatie.

 

Vroegsignalering

Beter aansluiten op het doen-vermogen van de inwoner met schulden. Dát is één van de doelen van de wijziging in de wet gemeentelijke schuldverlening en het bijbehorende besluit. De stress van schulden heeft een grote negatieve invloed op het verwerken van informatie, het beoordelen van de eigen situatie, het in actie komen en deadlines in de gaten houden. Vragen om hulp en informatie leveren is daarom zeker voor minder-redzame inwoners een hele moeilijke opgave. De wetswijziging zorgt ervoor dat de schuldhulpverlening beter aansluit zodat inwoners met schulden effectiever en efficienter geholpen worden. Naast deze positieve effecten zijn er vragen over de uitvoerbaarheid voor gemeenten.

 

Downloads:

Infographic
Presentatie


Heeft u nog vragen naar aanleiding van dit webinar dan mailt u gerust naar webinar@kbnl.nl.

Wilt u het hele webinar nogmaals zien? Dan kunt u het hele webinar hieronder terugkijken:

 

Veelgestelde vragen

Het adviesrecht regelt dat gemeenten drie maanden nadat het schuldenbewind is ingesteld de rechter mogen adviseren of een inwoner het beste kan worden geholpen door voortzetting van het bewind, of door een lichtere vorm van gemeentelijke ondersteuning.

Het kabinet streeft ernaar mensen met schulden beter te helpen en het aantal mensen met problematische schulden terug te dringen. In dit licht is in het regeerakkoord opgenomen dat gemeenten een adviesrecht krijgen in de gerechtelijke procedure rondom beschermingsbewind wegens problematische schulden. Het adviesrecht gaat in per 1 januari 2021. Dit recht helpt gemeenten om de regierol, die hen is toebedeeld in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, te vervullen.

Daarnaast heeft de wetswijziging het doel om bij te dragen aan de samenwerking tussen gemeenten, rechtbanken en beschermingsbewindvoerders. Een samenwerking die noodzakelijk is om daadwerkelijk iets te kunnen doen aan problematische schulden.  

Opt-in betekent dat er iets moet worden gedaan om mee te kunnen doen.

Gemeenten kunnen gebruik maken van het adviesrecht door bij de rechtbank aan te geven dat ze kiezen voor opt-in. Wil de gemeente het adviesrecht toepassen dan kunnen ze voor alle schuldenbewinden die voor inwoners van die gemeente worden uitgesproken een advies uitbrengen.

Wil de gemeente geen gebruik maken van het adviesrecht, dan hoeven ze dit niet aan de rechtbank kenbaar te maken. Gemeenten kunnen ook op een later moment dan 1 januari instappen.

Tijdens het ontwerpen van het wetsvoorstel hebben het ministerie JenV en het ministerie SZW verschillende rondetafelgesprekken gevoerd met stakeholders. Uiteindelijk zijn er drie redenen waarom zij ervoor gekozen hebben om het adviesrecht in deze fase van het proces te plaatsen:

  1. Het beschermingsbewind moet toegankelijk zijn. Het kan als drempel worden ervaren als inwoners eerst langs de gemeente moeten;
  2. Het zou vertragend kunnen werken als de gemeente vooraf advies moet uitbrengen. Gemiddeld zitten er circa twee maanden tussen het indienen van het verzoek en de beslissing op het verzoek. Moet de gemeente voor het verzoek een advies uitbrengen, dan wordt de procedure met tenminste enkele weken vertraagd.
  3. Op het moment van het verzoek is er onvoldoende informatie beschikbaar voor een onderbouwd gemeentelijk advies. Na de uitspraak van het beschermingsbewind inventariseert de beschermingsbewindvoerder de bezittingen en schulden in een boedelbeschrijving. Heeft de gemeente ervoor gekozen om gebruik te maken van het adviesrecht dan stuurt de beschermingsbewindvoerder deze boedelbeschrijving en een plan van aanpak binnen drie maanden na de uitspraak van het beschermingsbewind naar de gemeente. Op basis van deze documenten kan de gemeente een onderbouwd advies aan de rechtbank uitbrengen.

Een overzicht van de gemeenten die gebruik maken van het adviesrecht is op te vragen bij de rechtbank van het arrondissement waar de gemeente toe behoort.

Het is aan te raden om het adviesrecht op te nemen als kan-bepaling in de beleidsregels voor de komende periode.

De VNG gaat met rechtbanken en gemeenten een format opstellen dat gemeenten kunnen gebruiken om hun advies uit te brengen. Wij stellen graag samen met u een format hiervoor op als u dat wenst.

Het adviesrecht zorgt ervoor dat gemeenten de regierol, die hen is toebedeeld in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening beter kunnen uitvoeren. Er zijn al meerdere succesvolle convenanten en pilots waar gemeenten en beschermingsbewindvoerders in de regio goed samenwerken. Deze samenwerkingen, convenanten en het adviesrecht vullen elkaar aan.

De signalen die aangewezen zijn voor de vroegsignalering vormen stuk voor stuk een adequate indicatie dat de eerste levensbehoefte van de inwoner wordt bedreigd. Deze signalen sluiten aan bij de bestaande regelgeving om de afsluiting van energie en water te voorkomen en het betalen van de zorgkosten te borgen. Alternatief is meer of andere signalen voor vroegsignalering aan te wijzen, zoals lokale belastingen of telefoon- en internetrekeningen. Het nadeel is dat met deze signalen veel minder praktijkervaring is opgedaan. Meer signalen betekent meer persoonsgegevens die worden verwerkt en meer inzet van schuldhulpverleners en schuldeisers terwijl de meerwaarde niet is aangetoond. De Wgs biedt wel ruimte om in een ministeriële regeling voor maximaal vijf jaar andere signalen aan te wijzen die potentieel een betere indicatie vormen voor meer schulden en die in één of enkele gemeenten worden getest.

Gemeenten maken middels convenanten afspraken met melders van betalingsachterstanden, ook wel de vaste lasten partners genoemd. In deze convenanten worden afspraken tussen beide partijen vastgelegd. Voorbeelden hiervan zijn:

  • Op welke manier wordt een betalingsachterstand gemeld;
  • Wanneer wordt een betalingsachterstand gemeld;
  • De gemeente beschrijft in een beleidsplan hoe de ontvangen signalen behandeld worden;
  • Zodra hulp geaccepteerd is vindt terugkoppeling plaats naar de melder. Deze zet vervolgens de incassomaatregelen voor een afgesproken tijd stil.

Het landelijk convenant vroegsignalering geeft gemeenten handvaten om nieuwe afspraken te maken met vaste lasten partners. Is er al een convenant met één of meerdere van de vaste lasten partners, dan wordt gezamenlijk besproken of dit convenant blijft of dat er nieuwe afspraken opgesteld worden. Dit kan middels een nieuw convenant of middels een addendum op het bestaande convenant.

De ingangsdatum van de wijzigingen in de Wgs is 1 januari 2021. De verplichting om een aanbod voor een gesprek te doen nadat er een signaal over de betalingsachterstand is ontvangen is één van de wijzigingen van deze wet. Gemeenten dienen dan ook opvolging te geven aan alle signalen over betalingsachterstanden die zij van de eerder genoemde partijen ontvangen. Vanuit de AVG is het niet toegestaan om signalen te ontvangen die niet opgevolgd worden.

Gemeenten kunnen de signalen die ze in het kader van vroegsignalering ontvangen op verschillende manieren opvolgen. Bijvoorbeeld door het versturen van een brief of een informele ansichtkaart, maar ook door het versturen van een Sms- of Appbericht en het verrichten van een huisbezoek.

In de uitwisseling van gegevens speelt Suwinet een belangrijke rol. Het besluit gemeentelijke schuldhulpverlening staat het gebruik van Suwinet toe. Op dit moment is er nog geen mogelijkheid tot het opvragen van gegevens door schuldhulpverleners via Suwinet. De reden hiervoor is dat er te veel informatie zichtbaar is. Dit is niet AVG-proof. De VNG werkt in samenwerking met het Ministerie van SZW aan de aanpassing van het informatiesysteem en de implementatie.

Zodra Suwinet ingezet kan worden voor schuldhulpverlening dienen gemeenten hun informatiesysteem aan te passen zodat schuldhulpverleners (in- en extern) hier gebruik van kunnen maken.