De Belastingdienst heeft een voorstel naar de Tweede Kamer gestuurd over de schulden die kwijtgescholden of overgenomen worden. Hierin staan ook de schulden die niet kwijtgescholden of overgenomen worden. Dit is nog een voorstel, pas als de Tweede Kamer hierover een besluit heeft genomen is er zekerheid.
Hieronder vind je informatie over het voorstel dat de Belastingdienst heeft gedaan:
Publieke schulden
De publieke schulden die hieronder staan en die zijn ontstaan voor 31 december 2020, worden kwijtgescholden.
- Belastingschulden en openstaande vergrijpboetes van die schulden (bijvoorbeeld, inkomstenbelastingen of motorrijtuigenbelastingen);
- Toeslagschulden en openstaande boetes van die schulden (bijvoorbeeld terugvorderingsbeschikkingen toeslagen, denk huur, zorg of kinderopvangtoeslag);
- Schulden als gevolg van lokale heffingen (Onroerendezaakbelasting, waterschapslasten, riool- en afvalstoffenheffing);
- Boetes die zijn opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (“Wet Mulder”, veelal verkeersboetes), inclusief verhogingen en overige kosten;
- Opslagkosten en eventuele executiekosten van het LBIO door achterstallige betalingen aan partneralimentatie en kinderalimentatie;
- Terugvorderingen van uitkeringen en leningen in het kader van inburgering, en openstaande bestuurlijke boetes in de sociale zekerheid en inburgering;
- Studieleningen van DUO;
- Bestuursrechtelijke premies van wanbetalers van de zorgpremie;
- Openstaande vorderingen van de eigen bijdrage Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en Wet Langdurige Zorg (WLZ);
- Openstaande vorderingen in het kader van het Persoonsgebonden Budget.
Private schulden
De private schulden die hieronder staan en die zijn ontstaan tussen 1 januari 2006 en 1 juni 2021, worden door de Belastingdienst afbetaald:
- Alle openstaande betalingsachterstanden en bijkomende kosten worden afbetaald (bijvoorbeeld een huurachterstand en incassokosten, of een betalingsachterstand bij een verzekering of abonnement). Deze schulden worden ook wel de opeisbare vorderingen genoemd.
- In situaties waarbij een ouder een éénmalige vordering (bijvoorbeeld een tandartsrekening) niet heeft kunnen betalen binnen de daarvoor gestelde termijn, wordt dit gezien als een betalingsachterstand en wordt deze afbetaald.
- Bij hypotheken kan het voorkomen dat na meerdere gemiste betalingen, de totale “hoofdsom” van de hypotheek opeisbaar wordt. In die situaties wordt het onderscheid tussen de (opeisbare) achterstallige betalingen enerzijds en de “hoofdsom” anderzijds hersteld. Dit betekent dat de (opeisbare) achterstallige betalingen wel worden gecompenseerd, en vervolgens een “normale” hypotheek overblijft.
- In situaties waarbij door bijv. de betalingsachterstanden de gehele vordering (dus ook de “hoofdsom”) opeisbaar is geworden, wordt deze wel in zijn geheel betaald. Dit kan voorkomen bij bijvoorbeeld consumptieve kredieten. Bij hypotheken is dit expliciet uitgezonderd.
Het voorstel van de Belastingdienst is om consumptieve kredieten en informele schulden niet af te betalen. Een achterstand op de terugbetaling van je consumptieve krediet wordt wel afbetaald.
Om te voorkomen dat er schrijnende situaties ontstaan wordt gewerkt aan een hardheidsclausule voor consumptieve kredieten en informele schulden. Dit betekent dat in uitzonderlijke situatie deze schulden wel worden overgenomen.
Ook worden, net als bij publieke schulden, schulden ten gevolge van fraude of een misdrijf niet afbetaald.